Laatste nieuws

De positie van het embryo kan de slagingskans van de behandeling beïnvloeden: een Tambre-studie voor ESHRE 2025

Eén van de leidende principes bij Tambre is dat elk detail telt. In de loop der jaren hebben we geleerd dat er bij geassisteerde voortplanting geen bijzaak bestaat: elke techniek, elke beslissing, en elke observatie kan het verschil maken in het eindresultaat.

Met dit in gedachten presenteren wij op ESHRE 2025 onze tweede studie, die zich richt op een subtiele maar uiterst relevante kwestie: de positie van de interne celmassa (ICM) van het embryo op het moment van de biopsie. Deze positie kan rechtstreeks invloed hebben op de implantatie- en zwangerschapspercentages, en dus op het succes van de behandeling.

Wat is de interne celmassa (ICM) en waarom is deze belangrijk?

Wanneer een embryo het blastocyststadium bereikt, organiseert het zich in twee delen: het trofoectoderm, waaruit de placenta ontstaat, en de interne celmassa (ICM), waaruit de toekomstige baby wordt gevormd. Het is van essentieel belang dat de integriteit en positie van deze structuur behouden blijven bij elke ingreep op het embryo.

Bij behandelingen met pre-implantatie genetische diagnostiek voor het opsporen van aneuploïdie (PGT-A) wordt een biopsie van het trofoectoderm uitgevoerd, waarbij enkele cellen voor analyse worden verwijderd zonder de ICM aan te raken. De positie van de ICM in de blastocyst is echter variabel. Het vermoeden bestaat dat een meer blootgestelde ligging de ICM kwetsbaarder maakt tijdens de manipulatie, met mogelijk een lagere kans op implantatie.

Het team van Tambre stelde zich daarom de concrete vraag: Heeft de locatie van de ICM invloed op het succes van de behandeling na de embryobiopsie?

Hoe is het onderzoek uitgevoerd?

In dit retrospectieve onderzoek werden 174 embryo’s geanalyseerd die bij Tambre een PGT-A hadden ondergaan. Dankzij het gebruik van timelapse-incubators (Geri, Genea-Biomedix) konden continu video’s van de embryonale ontwikkeling worden opgenomen. De positie van de interne celmassa (ICM) werd vlak voor de biopsie beoordeeld en op basis hiervan in drie categorieën ingedeeld: intern (volledig binnen de zona pellucida), media (gelokaliseerd in een tussengebied na hatching) en extern (buiten de zona pellucida). Daarnaast werd de relatie onderzocht tussen de positie van de ICM en de plaats waar de zona pellucida werd geopend met behulp van Assisted Hatching (AH), een lasertechniek die de biopsie vergemakkelijkt. Het openen vond onder gecontroleerde omstandigheden plaats in het gebied dat overeenkomt met het eerste polaire lichaam van de eicel, overeenkomstig eerder door het team gevalideerde protocollen.

Wat zijn de conclusies?

De resultaten waren zowel verhelderend als klinisch bruikbaar. Embryo’s met de ICM in een interne positie resulteerden in de beste zwangerschapspercentages: 63,4% totale zwangerschappen en 57,9% klinische zwangerschappen. Wanneer het ICM zich in een gemiddelde positie bevond, waren de resultaten iets lager, met 50% zwangerschappen en 36,7% klinische zwangerschappen. Embryo’s met een ICM buiten de zona pellucida vertoonden daarentegen aanzienlijk lagere percentages: 30,3% zwangerschappen en 27,3% klinische zwangerschappen. Deze verschillen bleken statistisch significant, wat suggereert dat de positie van de ICM een bepalende factor zou kunnen zijn voor het succes van de behandeling. Bovendien werd vastgesteld dat, wanneer de ICM zich in of naast de door AH aangebrachte opening (samenvallend met de PB) bevond, er een groter risico bestond op voortijdige protrusie van de ICM, wat de integriteit en levensvatbaarheid in gevaar zou kunnen brengen.

Wat betekenen deze resultaten voor de behandelingen?

Deze studie bevestigt een vermoeden dat al langer bestond: de positie van de ICM is een belangrijke factor om rekening mee te houden bij het optimaliseren van de zwangerschapspercentages bij PGT-A-behandelingen. Daarom stelt het team van Tambre voor om gedurende de biopsie controlemaatregelen te nemen voor een optimale bescherming van deze structuur. Hieronder vallen oa. het altijd openen van de zona pellucida in het gebied van de polaire lichaamskern, om ervoor te zorgen dat de ICM aan de andere, beter beschermde kant blijft; het zorgvuldig beoordelen van de positie van de ICM vóór het bepalen van het optimale moment voor de biopsie; en het opnemen van deze variabele in de embryonale evaluatie vóór de terugplaatsing.

Een stap dichter bij klinische perfectie

Deze studie, volledig uitgevoerd door het team van de Fundación Tambre, voegt een nieuw aspect toe aan de selectie van embryo’s. Het onderzoek onderstreept het belang van het verder kijken dan de gebruikelijke parameters en het nauwkeurig observeren van wat er in het embryo gebeurt, met een zowel technologische als menselijke blik.

Bij Tambre zijn we niet alleen op zoek naar chromosomaal normale embryo’s, maar naar embryo’s met de hoogste kans op implantatie en ontwikkeling. Want onze toewijding aan onze patiënten eindigt niet in het laboratorium: we gaan door totdat de droom werkelijkheid wordt.

Impact of inner cell mass position on embryo implantation potential: Control strategies

C. Rodríguez, S. Cortés, C. Andrés, MA. Chávez, JA. Horcajadas, L. Ortega